Een raskat mag met 13 weken het nest verlaten. Tegen die tijd is het kitten ingeënt tegen Niesziekte en Kattenziekte. Verdere inentingen zijn voorlopig niet nodig, tenzij je met het kitten naar het buitenland wilt, dan moet je het ook laten inenten tegen Rabiës, en vlak voor je vertrekt een gezondheidsverklaring laten maken. Het kitten is gechipt en je moet het op jouw adres registreren en bij de dierenarts in de gegevens laten zetten.
Opnieuw ontwormen met 4 maanden en zes maanden en daarna elk half jaar herhalen. Je kunt als je wilt ook het kitten bij thuiskomst (het beste binnen 48 uur) door je eigen dierenarts laten controleren.
Voor dat het kitten komt loop je het huis nog even na op gevaarlijke plekken. Kan het ergens tussen kruipen waar je het niet meer uit krijgt, liggen er losse elektriciteitsdraden, elastiekjes, staan er giftige plantenetc.
Een groot gevaar voor nieuwsgierige kleine katjes is: de wasmachine, de droger (lekker warm als het deurtje open staat na het drogen), de afwasmachine, zijn er tuimelramen waarin hij of zij zich op kan hangen, open wc pot. Bengaaltjes zijn gek op water en kunnen in de wc vallen en er niet meer uitkomen.
Als je kitten binnenkomt wen je hem eerst aan een deel van het huis. Laat het kitten even met rust, maar stel het wel gerust. Confronteer het met niet teveel tegelijk. Het zal snel wennen en het hele huis doorlopen. ! Is er al een andere kat in huis, wen ze dan rustig aan elkaar. Zet ze, als je weg bent misschien even apart in het geval dat ze ruzie maken.
Als het ‘s nachts angstig is neem het mee op je kamer. Zorg voor een warm plekje, misschien met het eigen dekentje met de “nestgeur”.
De kattenbak staat klaar (het kitten is helemaal zindelijk) en je laat het zien waar het staat. Het kan best zijn dat het kitten omdat het nerveus is het een keer naast de bak doet. Breng het kitten dan naar de bak en zet hem er regelmatig op. Bengalen houden van een zeer schone bak, dagelijks verschonen dus en regelmatig de hele bak uitwassen. Straf het kitten niet als het misgaat, maar zet het regelmatig op de bak.
Het kitten is aan diverse soorten blikvoer gewend (dan wordt het geen lastige eter), kittendroogvoer van een zeer goede kwaliteit (zoals bv Royal Canin, Hills) mag de hele dag tot zijn beschikking staan, net als vers water. De eerste weken is het verstandig hetzelfde voer te hanteren dat het kitten gewend is, dit om diarree te voorkomen. Het kan toch zijn dat het kitten wat diarree krijgt door de spanning, geef dan wat rijstwater, gekookte vis of gekookte kip met rijst en let er op dat het kitten niet uitdroogt!!! Neem bij het overgaan naar een ander droogvoer altijd de tijd ervoor, de maag van een kat kan grote veranderingen in ’t voer niet aan en kan dan diarree krijgen. Meng het gedurende 3/ 4 dagen met het oude voer en nieuwe voer en verhoog elke keer het percentage nieuw voer. Een paar keer per dag mag het kitten ook natvoer (kitten of volwassen). De behoefte aan voer is in de eerste levensmaanden groot, dit wordt naarmate het kitten groeit wel minder. Tot een maand of veertien groeit het kitten. Verder kun je het kitten gekookte koolvis/ kabeljauw, gekookte kip, rauw lamshart of lichtgekookt tartaar geven. Nooit rauwe kip en totaal geen varkensvlees! Verder heeft de Bengaal niets nodig, leer hem niet te snoepen en zet hem tijdens het eten direct van tafel. Een volwassen Bengaal kan in principe voor het grootste deel droogvoer eten, het natvoer als verwennerij.
Melk heeft een kat niet nodig, sommige katten verdragen het ook niet, wat verdunde koffieroom of kattenmelk mag wel.
Natuurlijk wil het kitten spelen. Het komt vanzelf. Maar geef hem (haar) ook rust, een kitten slaapt veel. Controleer de speeltjes op los zittende oogjes enz. Een speeltje aan een elastiek is prachtig, maar berg het op als je uitgespeeld bent, anders kan het kitten zich in de draad draaien en stikken. (Ook de koordjes van de luxaflex zijn berucht)
De bengaal mist de eerste dagen zijn speelkameraadjes en zijn moeder. Zorg dat je de eerste dagen veel thuis bent. Laat het kitten niet te lang alleen, Bengalen zijn geen katten waarbij je even een week weg kunt gaan met een oppas die 1x per dag voer neer zet, ze willen aandacht en vooral spelen. Bengalen zijn erg gesteld op gezelschap in welke vorm maakt ze niet veel uit. Maar let op: teveel katten in huis kan problemen onderling geven! Een bengaal is net als andere katten niet geschikt om veel alleen te zijn. Avonds moet er dan wel gespeeld worden. Als het kitten te ruw speelt, gewoon stoppen, het leert dan hoe ver het kan gaan. Krabpaal is noodzakelijk.
Wees het eerste jaar voorzichtig met pensions, niesziekte is ondanks de inenting niet ondenkbaar. Bengalen hoeven niet naar buiten, ze kunnen met voldoende speelmogelijkheden zeer gelukkig zijn binnen. Een veilige tuin waar ze niet uitkunnen, balkon of ren is mogelijk en natuurlijk heerlijk. Je kunt ze heel goed leren aangelijnd te lopen, maar dit vraagt wel wat geduld. De fokker wil niet dat je ze buiten laat, denk aan het verkeer, andere katten die je kitten kunnen verwonden of ziek maken, en het feit dat het een dure en zeer gewilde kat is. Een buitenkat zal ook onafhankelijker zijn.
Aan de vacht hoeft niet veel gedaan te worden. Af en toe kammen met een redelijk fijne kam. De Bengaal is net als elke kat zeer schoon op zichzelf. Als het kitten buitenkomt in de tuin: een paar keer per jaar een anti vlooienbehandeling voor de zekerheid. Knip regelmatig de nageltjes, dit gaat het best als je kat een beetje slaperig is. Denk er om dat je niet te diep knipt. Ogen en neus en oren moeten goed schoon blijven, deze zijn met een wattenschijfje met wat afgekoeld gekookt water of beetje plantaardige olie goed schoon te houden. Wees alert op kale plekken op de vacht.
Een kitten is geslachtsrijp tussen de zes en negen maanden. Eerder dan je denkt!! Voor de poes en katers betekent dat sterilisatie/ castratie (behalve als je wilt fokken en de dieren ook als zodanig verkocht zijn), omdat een poes en kater gaan sproeien (allebei) en de poes een hels kabaal maakt. Ze zullen proberen te ontsnappen met als gevolg ongewenste nestjes. Overleg met de dierenarts.
In ieder geval wensen we je veel plezier met het kitten en hopen we dat je het kitten een liefdevol bestaan geeft. Voor vragen en problemen kun je altijd mailen. Graag zien we veel foto’s en leuke verhalen tegemoet.